Babylab voor Taalonderzoek

Visual Fixation

De Visual Fixation procedure (VFP) is een procedure die veel gebruikt wordt in taalonderzoek bij heel jonge kinderen. Bij deze procedure wordt gemeten hoe goed kinderen bepaalde geluiden kunnen onderscheiden van elkaar, met behulp van kijktijden.

In onderstaande video ziet u hoe een bezoek aan het Babylab en deelname aan een Visual Fixation experiment verloopt. Onder de video kunt u meer informatie vinden over de Visual Fixation procedure.

Wat is Visual Fixation?

Het idee achter VFP is dat de interesse van kinderen in een bepaald geluid gekoppeld is aan hoelang ze kijken naar een visuele stimulus, zoals een afbeelding, die tegelijkertijd gepresenteerd wordt.

Het onderzoek bestaat doorgaans uit twee fases: de ‘habituatiefase’ en de ‘testfase’. Tijdens de habituatiefase krijgt het kind steeds hetzelfde geluid gepresenteerd (auditieve stimulus), welke gekoppeld is aan een bepaalde afbeelding op het beeldscherm (visuele stimulus). Wanneer het kind naar het beeldscherm kijkt, wordt dit geïnterpreteerd als interesse voor de twee stimuli. Zodra het kind wegkijkt, heeft het de interesse verloren. Tijdens de habituatiefase wordt verwacht dat het kind in het begin veel interesse toont in de stimuli, aangezien beide stimuli op dit moment nieuw voor hem zijn. Deze interesse neemt echter af naarmate het experiment vordert, zodra het kind doorkrijgt dat de stimuli zich steeds herhalen. Wanneer de tijd dat het kind naar het scherm kijkt een bepaalde ondergrens heeft gepasseerd, stellen we dat het kind ‘gehabitueerd’ (d.w.z., gewend aan de stimuli) is, en gaat de testfase van start.

Tijdens de testfase krijgt het kind opnieuw dezelfde afbeelding te zien op het beeldscherm, echter worden er nu andere geluiden gepresenteerd. Wanneer het kind weer langer naar het beeldscherm gaat kijken, wordt ervan uitgegaan dat het kind doorheeft dat er iets nieuws gepresenteerd wordt, en daarmee dat het een onderscheid kan maken tussen de verschillende geluiden.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

De onderzoeker legt het onderzoek uit. Fotograaf: Ivar Pel

Het onderzoek wordt uitgevoerd in een driewandige, prikkelarme cabine. Uw kind zit bij u op schoot op een stoel in het midden van de cabine. Recht vooruit is een beeldscherm geplaatst met een camera erboven. Vanuit de controlekamer kan de testleider uw kind in de gaten houden, en zien wanneer het wel en niet naar het beeldscherm kijkt. De testleider houdt bij hoelang uw kind naar het beeldscherm kijkt door middel van een knoppenbox.

Tijdens het experiment krijgt u een koptelefoon op, om te voorkomen dat u de reactie van uw kind op de verschillende geluiden (bewust of onbewust) beïnvloedt. Het onderzoek zelf duurt doorgaans rond de 10 minuten.

Waarom Visual Fixation?

VFP is een kortdurende, weinig belastende procedure die wereldwijd veel toegepast wordt bij taalonderzoek met kinderen. Het voordeel van VFP is dat het goed gebruikt kan worden bij kinderen vanaf een heel jonge leeftijd. Doorgaans wordt de procedure toegepast bij onderzoeken met kinderen tussen 4 en 20 maanden oud. Door middel van VFP kan informatie gewonnen worden over de taalontwikkeling – en met name taalperceptie – nog vóórdat kinderen taal kunnen produceren.

Is het schadelijk voor mijn kind?

De Visual Fixation procedure is niet schadelijk voor uw kind. De onderzoeker houdt u en uw kind gedurende het hele onderzoek in de gaten via de camera. Wanneer blijkt dat uw kind verzet vertoont, bijvoorbeeld door te gaan huilen, zal de procedure altijd afgebroken worden.

De onderzoeker registreert de kijktijden met een knoppenbox. Fotograaf: Ivar Pel

Wat kunnen we met de resultaten?

Met VFP is het mogelijk om een breed scala aan factoren binnen de taalverwerving te onderzoeken. Zo is de procedure gebruikt om fonemisch en fonetisch onderscheid, onderscheid tussen verschillende talen, associaties tussen woorden en objecten, en tweetaligheid te onderzoeken. In het Babylab wordt de procedure o.a. gebruikt om te onderzoeken in hoeverre kinderen van verschillende leeftijden toonhoogtes in muziek en taal kunnen onderscheiden, of hoe het klankonderscheidend vermogen zich ontwikkelt bij kinderen met en zonder familiair risico op dyslexie.